User:Dexisdexanddsinxiscosx/sandbox

Dexisdexanddsinxiscosx/sandbox
Motto自强不息,厚德载物[1]
TypeNationaal
RectorWang Xiqin (Voorzitter), Qiu Yong (Partijsecretaris)
Websitetsinghua.edu.cn

De Tsinghua-universiteit (Mandarijn: 清华大学; trad.: 清華大學; pinyin: qīnghuá dàxué; afgekort: 清华, Tsinghua of THU) is een nationale openbare onderzoeksuniversiteit in Beijing, China, die hoofdzakelijk gefinancierd wordt door het Ministerie van Onderwijs. Tsinghua Universiteit is samen met de naburige Beijing Universiteit (北大, Běidà) het meest vooraanstaande lid van de 'C9 Liga' (九校联盟) van Chinese topuniversiteiten. In 2020 werd Tsinghua Universiteit de eerste instelling die er binnen het Chinese universiteitsbestel in geslaagd is om de doelstellingen te halen van het Dubbel-Eerste-Klasse Universiteitsplan (世界一流大学和一流学科建设), nadat Tsinghua er mede door haar excellente niveau, van zowel studenten als academisch personeel, in de voorgaande jaren systematisch in geslaagd was om een aanzienlijk deel van de publieke financieringsmiddelen voor het hoger onderwijs in China naar zich toe te trekken, o.a. in het kader van het Project 985 en van het Project 211.

Sinds haar oprichting in 1911 heeft Tsinghua vele opmerkelijke leiders in de wetenschappen, techniek, politiek, bedrijfsleven, academische wereld en cultuur voortgebracht, waaronder de huidige Chinese president Xi Jingping, en diens voorganger Hu Jintao. In de voorbije 30 jaar kende de Tsinghua Universiteit een steile opmars in toonaangevende internationale rankings, en volgens het Britse weekblad The Economist is de Tsinghua Universiteit zelfs goed op weg om binnen afzienbare tijd uit te groeien tot de absolute wereldleider op het vlak van STEM: (science, technology, engineering en mathematics).

Faculteiten edit

Momenteel heeft de universiteit 21 scholen en 59 departementen met faculteiten in toegepaste wetenschappen, techniek, rechten, geneeskunde, geschiedenis, natuurwetenschappen, filosofie, economie, management, onderwijs en kunst.[12] De universiteit heeft meer dan 300 onderzoeksinstellingen. Tot de onderzoekslaboratoria van de universiteit behoren het Tsinghua National Laboratory for Information Science and Technology, het State Key Laboratory of Precision Measuring Technology and Instruments en het National Engineering Laboratory for Digital Television.[13] In augustus 2022 bedraagt de campusoppervlakte van de universiteit (inclusief een secondaire school) 460,19 hectare, voor 59.270 universiteitsstudenten.[14] Dankzij haar vele intellectuele eigendommen, brevetten en octrooien, is de Tsinghua Universiteit ook een machtige industriele speler, onder andere op het vlak van verlichting, energie, halfgeleiders, electronica, defensie en netwerktechnologie.

Het Institute of Nuclear and New Energy Technology van de universiteit bevindt zich op een aparte campus in een noordelijke voorstad van Beijing.[197]

Shenzhen de Graduate School in Shenzhen werd in 2001 opgericht door de Tsinghua Universiteit en het stadsbestuur van Shenzhen als een joint venture voor onderwijs.[7] Deze universiteits-antenne creëerde op een nieuwe campus van 50ha zeven nieuwe satelliet-faculteiten: Life Science & Health; Energy & Environment; Information Science & Technology; Logistics & Transportation; Advanced Manufacturing; Ocean Science & Technology; en Social Science & Management. In 2014 hebben Tsinghua University en de University of California, Berkeley (UC Berkeley) het Tsinghua-Berkeley Shenzhen Institute (TBSI) opgericht. Dit gezamenlijke onderzoeksinstituut brengt faculteiten van Tsinghua University en UC Berkeley samen op de campus in Shenzhen."Overview of Graduate School at Shenzhen, Tsinghua University". Sz.tsinghua.edu.cn. Archived from the original on 8 December 2012. Retrieved 22 April 2012.</ref>

Rankings edit

Sinds 2022 staat de Tsinghua Universiteit op de 14e plaats wereldwijd in de 2023 QS World University Rankings, en op de 16e plaats wereldwijd in de 2022 Times Higher Education World University Rankings.[15][16] In 2021 stond Tsinghua ook op de eerste plaats in de Azië-Pacific regio van de THE Asia University Rankings en van de U.S. News & World Report.[17][18][19]

Admissies edit

Toelating tot Tsinghua voor zowel bachelor- als masteropleidingen is extreem competitief. Hoewel er uitzonderlijke fast-track toelatingsprocedures bestaan die het mogelijk maken dat speciale gevallen als wonderkinderen, winnaars van de Chinese wiskundeolympiade, e.d.m. zich op uitnodiging aan de Tsinghua Unversiteit kunnen inschrijven, worden de binnenlandse studenten hoofdzakelijk toegelaten via de gaokao, het Chinese nationale toelatingsexamen, waarbij studenten de Tsinghua Universiteit als een van hun voorkeurscolleges kunnen opgeven. Hoewel de selectiviteit per provincie verschilt, heeft het grote aantal middelbare scholieren dat zich elk jaar aanmeldt, ertoe geleid dat het totale toelatingspercentage veel lager is dan 0,1% van alle deelnemers aan het toelatingsexamen, waarbij de toelatings-ratio daalt van 90 per 10.000 kandidaten in Beijing naar slechts 1 a 3 per 10.000 tot Tsinghua toegelaten kandidaten in enkele andere (meer bevolkte) Chinese provincies.[64] Dit draagt bij tot de kritiek dat Tsinghua Universiteit een elitair bastion zou zijn, met prioritaire toegang voor de (zij het dan wel nog steeds briljante) kinderen van een nieuwe, hoogopgeleide, vaak met de partij verbonden, elitaire kaste uit Beijing, die ook over uitzonderlijke financiele middelen en een stevige academische omkadering beschikt om haar kind jarenlang privaat bij te scholen in aanloop naar het voormelde ultra-selectieve gaokao-toelatingsexamen, terwijl (minstens even briljante) minder fortuinlijke kandidaten uit het Chinese hinterland statistisch gezien veel minder kans zouden hebben om tot het exclusieve Tsinghua-kransje toe te treden.

De Tsinghua Universiteit slaagt er in een zeer hoog percentage van de door haar aanvaarde kandidaten ook daadwerkelijk als eerste-jaarsstudenten aan te trekken, en dan met name onder de beste gaokao-studenten in China. Volgens een rapport uit 2008 kozen maar liefst 215 van de 300 studenten die in de top 10 van de 30 geteste provincies en regio's eindigden, Tsinghua als universiteit van eerste keuze; terwijl gemiddeld 21 van de 30 topscorers in elke provincie en regio kozen voor de Tsinghua Universiteit.[65][].

Academic staff 3,565[3] Administrative staff 4,101[citation needed] Students 50,390[4] Undergraduates 16,030[4] Postgraduates 18,610[4] Doctoral students 15,750[4]

Bestuur edit

De voorzitter van de Tsinghua Universiteit is de hoofdbestuurder van de Tsinghua. Na 1992 wordt elke voorzitter van de Tsinghua Universiteit benoemd door en legt hij of zij verantwoording af t.a.v. de 205 (+171) leden van het Centraal Comité van de Communistische Partij van China en t.a.v. de 35 leden van de Staatsraad (China), die aan hem of haar de dagelijkse leiding van de universiteit delegeren.[1] Sinds februari 2022 is Wang Xiqin voorzitter van de universiteit.[2]

Naast de voorzitter wordt een andere belangrijke functie bekleed door de Secretaris van de Communistische Partij-afdeling van Tsinghua Universiteit, een functie die momenteel bekleed wordt door Qiu Yong, die tussen 2015 en 2022 zelf eerder al Tsinghua-voorzitter was.

Opmerkelijke alumni edit

De Tsinghua Universiteit heeft veel opmerkelijke alumni, vooral in de politiek, de academische wereld en het bedrijfsleven.[199] Forbes heeft Tsinghua ooit bestempeld als China's "machtsfabriek", verwijzend naar het aantal hoge Chinese politici die de universiteit heeft voortgebracht.[200]

Overzicht alumni edit

Opmerkelijke alumni die hoge posities in de Chinese politiek hebben bekleed zijn onder meer de huidige algemeen secretaris en president van China, Xi Jinping,[201] voormalig algemeen secretaris en president van China Hu Jintao,[202] voormalig voorzitter van het Nationaal Volkscongres Wu Bangguo,[203] voormalig premier Zhu Rongji,[204] en de voormalige eerste vicepremier Huang Ju. [205] Verder behoren onder meer ook politici als Wu Guanzheng,[206] voormalig gouverneur van de Volksbank van China Zhou Xiaochuan,[207] voormalig minister van Financiën Lou Jiwei,[208] generaal Sun Li-jen, Liang Qichao,[209] tot het selecte groepje van Tsinghua alumni. Sinds 2016 zijn Tsinghua afgestudeerden met politieke bekendheid onevenredig veel groter in aantal dan afgestudeerden van andere topuniversiteiten.[210]

Opmerkelijke alumni in de wetenschappen zijn onder meer Nobelprijswinnaar Yang Chen Ning,[211] die de Nobelprijs voor Natuurkunde kreeg voor zijn werk met Tsung-Dao Lee over het pariteitsbehoud van de zwakke interactie; wiskundige en winnaar van de Wolfprijs voor wiskunde Shiing-Shen Chern,[212] bioloog Min Chueh Chang,[213] theoretisch natuurkundige Zhou Peiyuan, astronoom Zhang Yuzhe, Leslie Ying, hoogleraar aan de Universiteit van Buffalo en hoofdredacteur van IEEE Transactions on Medical Imaging,[214] James G. Dwyer Professor in Mechanical Engineering Qingyan Chen,[215] architect en algemeen directeur van de Beijing branch van de ISA Internationales Stadtbauatelier Yajin Zhang,[216] Jianhua Lu,[217] antropoloog Fei Xiaotong, socioloog en etnoloog Wu Wenzao, politiek wetenschapper K. C. Hsiao,[218] en Pan Guangdan.

Opmerkelijke alumni in de kunsten en poëzie zijn onder meer auteur Qian Zhongshu,[224] Wen Yiduo, historicus en dichter Wang Guowei, en Chen Yinke.[209]

Tsinghua staat erom bekend de meeste miljardairs van alle universiteiten in China te hebben opgeleid, en telt sinds 2017 152 miljardairs onder haar alumni.[219] Daartoe behoren onder meer miljardairs Sun Hongbin (onroerend goed),[220] voorzitter van Goertek Jiang Bin (onderdelen),[221] Xu Hang (medische apparatuur),[222] en Zhang Zetian (e-commerce),[223].

Tsinghua kliek edit

De term Tsinghua-kliek verwijst naar een groep politici van de Chinese Communistische Partij die zijn afgestudeerd aan de Tsinghua Universiteit. Zij maken deel uit van de zogenaamde vierde generatie Chinese leiders, en zouden hervormingsgezinde en aarzelend pro-democratische ideeën aanhangen (een aantal van hen heeft na hun afstuderen aan Tsinghua in de Verenigde Staten gestudeerd, en sommigen zouden beïnvloed zijn door de hervormingsidealen van Hu Yaobang). In de VRC begon hun opmars naar de macht in 2008 tijdens het 17e Nationale Congres van de Chinese Communistische Partij.[225]

Campus edit

Geschiedenis edit

De campus (460 ha) van de Tsinghua Universiteit ligt in het universiteitskwartier in het Haidian district (###), in het noordwesten van Beijing op de plaats van de voormalige keizerlijke Tsinghua tuinen van de Qing-dynastie, en is omgeven door enkele historische trekpleisters. Ondanks het (in principe) voor de buitenwereld afgesloten karakter van haar campus, staat de site in China bekend als de allermooiste universiteitscampus en een van de mooiste parken van het land. De campus van de Tsinghua Universiteit werd in 2010 door een panel van architecten en campusontwerpers in Forbes uitgeroepen tot een van de mooiste universiteitscampussen ter wereld;[192] als enige universiteit in Azië op deze lijst.[193][194].

Tal van architecten waren betrokken bij het ontwerpen van gebouwen op de campus. De Amerikaanse architect Henry Killam Murphy (1877-1954), afgestudeerd aan Yale, ontwierp vroege gebouwen zoals het Grand Auditorium, het Roosevelt Memorial Gymnasium, het Science Building en de oostzijde van de Old Library.[195] Yang Tingbao ontwierp het Observatorium, het Life Sciences gebouw, de Mingzhai van de studenten slaapgebouwen en de midden- en westzijde van de Old Library. Shen Liyuan ontwierp de Mechanical Engineering Hall, de Chemistry Hall en de Aviation Hall. T. Chuang, in 1914 afgestudeerd aan de Universiteit van Illinois in Urbana-Champaign, hielp bij het ontwerp van het campusterrein van de Tsinghua Universiteit met invloeden van neoklassieke en Palladiaanse bouwstijlen en architecturen.[196]

Andere opmerkelijke 20e-eeuwse Chinese architecten zoals Li Daozeng, Zhou Weiquan, Wang Guoyu en Guan Zhaoye hebben allemaal verschillende gebouwen op de campus van de Tsinghua Universiteit ontworpen.

Om historische redenen, en in tegenstelling tot de campussen van de meeste andere Chinese topuniversiteiten, vertoont de Tsinghua-campus tot op vandaag enkele architectorische invloeden die doen denken aan universiteitscampussen uit de Amerikaanse Ivy-League, zoals onder meer blijkt uit de stijl waarin sommige gebouwen/wijken op de campus zijn opgetrokken (bv. ###).

De meeste secondaire gebouwencomplexen die in de jaren '50, '60, '70 en '80 op de campus werden opgetrokken in communistische soviet-stijl (bijvoorbeeld oude studentenkamers, sportfaciliteiten, onderzoekslabo's, e.d.m.) zijn intussen weer afgebroken en vervangen door gebouwen in een modernere stijl.

De afzonderlijke 'gated compound' voor buitenlandse studenten aan de West-zijde van de campus werd in 2004 ontmanteld. Intussen maken de buitenlandse studenten (inclusief een aanzienlijk contingent van Noord- en Zuidkoreaanse uitwisselingsstudenten) integraal deel uit van het normale campusleven, al blijven zij in principe wel gehuisvest in afzonderlijke gebouwen waar in principe een veel minder strict 'sushe-regime' geldt.

Toegang edit

De Tsinghua-campus is volledig omheind en zwaar bewaakt, en kan in principe slechts na een identiteitscontrole via een van de grote 'poorten' betreden worden. De campus is onder andere bereikbaar via de metrostations wudaokou (L13), qinghua donglu xikou (L15) en beida dongmen (L4). De campussen van naburige topuniversiteiten zoals beida 北大 en beiyu 北语 zijn vlot bereikbaar met de fiets of met een taxi-dienst.

Tsinghua's Tweede poort edit

De zgn. 'Tweede Poort' is het herkenningspunt van de campus van de Tsinghua Universiteit, en wordt samen met de Qinghua Xuetang (het oorspronkelijke Tsinghua College schoolgebouw) in talloze Chinese film- en televisiemedia opgevoerd als het visuele (zowel politieke als culturele) referentiepunt van de universiteit, meestal met een nobele conotatie. Tsinghua Tweede Poort is de vroegste schoolpoort van de Tsinghua Universiteit. Ze werd oorspronkelijk gebouwd in 1911, maar werd in 1966 tijdens de Culturele Revolutie afgebroken en pas in 1991 (op een andere plaats binnen op de campus) herbouwd. Het is een stenen poort met drie bogen, gemaakt van blauwe baksteen en witte jade.

Een andere prominente "oude poort" van de Tsinghua Universiteit is de Westpoort, die in 1933 werd gebouwd.

Museum edit

Op de campus is ook een museum aanwezig, met een verzameling van oude documenten, foto's, kunstwerken, kaarten, grafieken, en multimedia die de bezoekers vertelt over de geschiedenis van de Tsinghua Universiteit.

Historiek edit

De Tsinghua Universiteit, werd opgericht in 1911 en is gevestigd op het terrein van de Tsinghua Tuinen in Beijing, de voormalige residentie van Prins Yinzhi, de derde zoon van de Kangxi Keizer van de Qing-dynastie.

In 1909 werd de schadevergoeding die het keizerrijk China op basis van het Boxer Protocol aan de Verenigde Staten verschuldigd was, door de regering van Theodore Roosevelt met 10,8 miljoen dollar verminderd. Het keizerlijk hof van de Qing gebruikte het verschil om het Boxer Indemnity Scholarship Programme op te zetten en richtte in Beijing een China Institute en een voorbereidende school voor de richting USA uitgaande studenten op. De school werd later omgedoopt tot Tsinghua School en in 1925 uitgebreid met een hogeschoolafdeling.

Verplichtingen in het kader van de zogenaamde Boxer Rebellion Indemnity edit

De geschiedenis van Tsinghua vindt zijn oorsprong in het Boxer Protocol dat in 1901 werd ondertekend. De Qing-dynastie moest oorlogsvergoedingen betalen ten bedrage van 333 miljoen dollar met een jaarlijkse rente van vier procent in taels fijn zilver aan het verbond van acht naties, waarin de Verenigde Staten een aandeel hadden van 24.440.778,81 dollar. Omdat het moeilijk was om deze verplichtingen na te komen, gaf het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Chinese ambassadeur Liang Cheng de opdracht deze schuld te heronderhandelen met de Verenigde Staten. Op 5 december had Liang de eerste ontmoeting met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Hay, waarbij Hay toegaf dat de voorziene herstelbetalingen de oorspronkelijke eis van de Verenigde Staten ruim overschreden, en waarna een vermindering van de betaling werd geregeld.[1] Met goedkeuring van het Amerikaanse Congres gaf president Theodore Roosevelt uiteindelijk toestemming voor de verdere vermindering van de herstelbetalingen tot US$13.655.492,69. Het resterende verschil zou aan China vanaf januari 1909 geleidelijk worden teruggegeven, onder voorwaarde dat het zou worden aangewend voor lokale onderwijsprogramma's, en om beursprogramma's op te zetten voor Chinese studenten die in de Verenigde Staten zouden gaan studeren.[2][3] Om Theodore Roosevelt te eren voor zijn bijdragen aan de oprichting van de Tsinghua Universiteit kreeg een gymnasium op de Tsinghua-campus de naam Roosevelt Memorial Gymnasium.[4]

Op 11 juli 1908 werd het document voor vermindering van de schadevergoeding door ambassadeur William Woodville Rockhill aan het keizerlijk hof van Qing overhandigd. Prins Qing antwoordde de regering van de Verenigde Staten als volgt:

   Wij waarderen de oprechtheid van uw president om onze studenten aan te moedigen zich in te schrijven in Amerikaanse scholen en hoger onderwijs te volgen. In het licht van het succes dat onderwijs in Amerikaanse stijl ons land heeft gebracht, engageert de regering van het Grote Qing Rijk zich om jaarlijks studenten naar uw scholen te sturen.[5]

Tang Shaoyi werd naar de Verenigde Staten gestuurd om de officiële brief van het keizerlijke hof van de Qing af te leveren. In de brief staat:[2]

   Wij gebruiken het jaar van de vermindering van de herstelbetalingen als referentiepunt. In de voorgaande vier jaar heeft de Qing-dynastie jaarlijks 100 studenten (naar de Verenigde Staten) gestuurd. Na vier jaar zullen er 400 studenten uit ons land in de Verenigde Staten zijn. Vanaf het vijfde jaar tot het jaar waarin we klaar zijn met het betalen van herstelbetalingen, zullen we elk jaar minstens 50 studenten (naar de Verenigde Staten) sturen.[6]

De eerste groep Chinese studenten ging in de Verenigde Staten studeren in 1909.

De regering van de Verenigde Staten begon het verschil in 1909 terug te betalen. In mei werd Tenney Charles Daniel aangesteld om de regering van de Verenigde Staten te vertegenwoordigen in het studieprogramma. Na een reeks besprekingen in juni werd de selectie van de studenten afgerond en op 10 juli kreeg het voorstel de keizerlijke goedkeuring. Het kantoor voor het studieprogramma werd officieel opgericht op 17 juli.[###Noot 1] Op 25 augustus werden Zhou Ziqi[####Noot 2] en Tang Guo'an benoemd in de raad van bestuur om de werkzaamheden van het kantoor te leiden.[7] Het kantoor van het studieprogramma werd overgeplaatst naar de Tsinghua Tuinen om de voorbereidende school op te richten.[8]

Republikeins tijdperk edit

Tsinghua kreeg in 1928 een handvest van de Republiek China (ROC) en werd een nationale universiteit. Aan het begin van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog verhuisden Tsinghua, het naburige Beida en de Nankai Universiteit naar Changsha alwaar zij de Changsha Voorlopige Nationale Universiteit vormden. Deze gecombineerde universiteit verhuisde in 1938 naar Kunming en kreeg de naam National Southwest Associated University.

Na de nederlaag van Japan nam de Tsinghua Universiteit in 1946 terug zijn intrek in Beijing, op de oorspronkelijke locatie in de Tsinghua Tuinen.

Na de burgeroorlog-overwinning van de communisten tegen de nationalisten in 1949 werd Tsinghua een van de belangrijkste nationale universiteiten van de Volksrepubliek China, met name na de hervormingen van het onderwijsbeleid vanaf 1952. Toen bleek dat het nieuwe communistische regime in Beijing stevig op zijn stoel zat, werd er in 1956 in Taiwan een nationalistische Qinghua-tegenhanger opgericht door Tsinghua academici die de communistische revolutie ontvlucht waren: de Nationale Qing Hua Universiteit in Hsinchu, Taiwan.

                  1. USSR vs. Great Leap Forward

Tijdens de Culturele Revolutie edit

Vroege Culturele Revolutie edit

De Tsinghua University High School was de bakermat van de beweging van de Rode Garde van de Culturele Revolutie.[9] Vanaf het begin van de jaren zestig propageerden de kaders van de aangesloten middelbare school de ideologie van de klassenstrijd, gebaseerd op familietrots. Begin mei 1966 plaatsten enkele leerlingen, onder invloed van de circulaire 5-16, een poster met een groot karakter waarop stond "neem op de meest positieve en zelfbewuste manier deel aan deze klassenstrijd", wat op verzet stuitte van de schoolautoriteiten. In de nacht van 29 mei besloot een handvol leerlingen uit de bovenbouw, na groepsoverleg bij de ruïnes van het Oude Zomerpaleis, hun beweging de naam "Rode Wachten" te geven,[10] wat "Mao Zedong's Rode Wachten" betekent. Op 2 juni plaatsten ze de poster met grote letters "Zweer ons leven toe om het gedachtegoed van Mao Zedong te verdedigen, zweer ons leven toe om de dictatuur van het proletariaat te verdedigen" als reactie op de poster met grote letters van Nie Yuanzi aan de naburige Peking Universiteit, en trokken studenten van omliggende middelbare scholen aan om hun handtekening ter ondersteuning te zetten.[11]

Tussen 24 juni en 27 juli plaatste de Tsinghua University High School drie posters met grote letters, waarvan het geheel de titel droeg "lang leve de revolutionaire opstandingsgeest van de proletariaatsklasse!". De eerste twee delen werden doorgegeven aan Voorzitter Mao Zedong, die op 1 augustus reageerde met steun. De inhoud van de grote karakterposters werd integraal overgenomen door de People's Daily en het tijdschrift Rode Vlag.[12] Bij 8 gelegenheden ontmoette Mao Zedong de Rode Garde persoonlijk, waardoor de Rode Garde-beweging in het milieu van de universiteitsstudenten en het grote publiek terechtkwam. De Rode Garde lanceerde campagnes zoals 'het vernietigen van de Vier Ouden' en het promoten van het "recht op verbinding". Op de middag van 24 augustus 1966 werd de historische tweede poort van de universiteit door de Rode Garde neergehaald om hun verzet tegen feodalisme en kapitalisme en hun steun voor het marxistisch-leninistische revisionisme te symboliseren. Op dezelfde plaats werd op 4 mei 1967 een reusachtig beeld van Mao Zedong opgericht, waarover in de People's Daily werd bericht als een "spectaculaire gebeurtenis", die een golf van het optrekken van soortgelijke beelden in het hele land op gang bracht.[13][14].

Op 8 juni 1966 drong een task force onder leiding van Ye Lin en met medewerking van de Chinese president Liu Shaoqi en zijn vrouw Wang Guangmei de Tsinghua Universiteit binnen,[15] werden directeur Jiang Nanyu en andere universitaire kaderleden beschuldigd als "kapitalistische wegbereiders", "contrarevolutionaire academische autoriteiten" en "koeiendemonen en slangengeesten", namen zij partijcomité van Tsinghua over en bekritiseerde de opstandige studenten. Radicale studenten zoals Peng Dafu van de faculteit scheikunde verzetten zich. Op 21 juni, in wat sindsdien het "21 juni incident" wordt genoemd, hekelde Peng de taskforce, beweerde dat deze de revolutie niet vertegenwoordigde, en dreigde ermee dat hij de macht zou grijpen. De taskforce van zijn kant bekritiseerde Peng, trok zijn partijkaart in en hield hem 18 dagen vast. Ten minste 50 mensen werden veroordeeld omdat ze sympathiseerden met Peng; 500 mensen werden bij deze zaak betrokken, en er waren verscheidene pogingen tot zelfmoord, waarbij twee doden vielen.[16][17] In juli keerde Mao Zedong terug naar Beijing, veroordeelde de task force, steunde de radicalen, en zinspeelde op onenigheid met Liu Shaoqi. Eind augustus werden op de Tsinghua-campus verschillende posters met grote letters opgehangen waarop Liu werd veroordeeld. In oktober werd op de campus een poster met grote letters opgehangen met de tekst "versla Liu Shaoqi".[18]

Op 19 december 1966 werd onder bevel van het "proletariaatshoofdkwartier" het "Tsinghua University Jinggangshan Corps" opgericht, Tsinghua's grootste Rode Garde organisatie met als doel Liu Shaoqi te verslaan. Peng Dafu werd er de leider van en kreeg de bijnaam "commandant Peng". [19]

Op 25 december leidde het Jinggangshan-korps van de Tsinghua Universiteit onder leiding van de Groep Culturele Revolutie een protest tegen president Liu Shaoqi en Deng Xiaoping, waardoor de Culturele Revolutie zich over heel Peking verspreidde. [18] Op 6 januari 1967 voerden Peng Dafu en anderen het zogenaamde "strategisch grijpen van Wang Guangmei" plan uit, waarbij ze de vermeende verwonding van Liu Shaoqi's dochter Liu Pingping gebruikten als lokaas om diens echtgenote Wang Guangmei naar buiten te lokken en haar vast te zetten.[16] Op 10 april, met instemming van het "proletariaatshoofdkwartier", riep het "Jinggangshan-korps" tienduizenden mensen bijeen voor de openbare aanklacht tegen Wang Guangmei. Meer dan 300 radicale organisaties namen deel aan deze manifestatie.[18][20][21]

Op 14 april 1967, als gevolg van interne geschillen over belangrijke kwesties tijdens de Culturele Revolutie, splitste de Jinggangshan Rode Garde zich verder op in het "Korpshoofdkwartier" en de "414-factie". De twee partijen waren het roerend oneens over de vertegenwoordigers die het revolutionaire comité moesten vormen.[22]

Het "hoofdkwartier" en de "414 factie", respectievelijk aan de radicale en conservatieve kant van de Rode Garde beweging, riepen zich beiden zelf uit tot de eigenlijke vertegenwoordigers van het proletariaat. De twee facties hadden geschillen over drie kernpunten: hoe moet de "Culturele Revolutie" worden begrepen? Hoe moeten de eerste tien jaar van de Culturele Revolutie worden gezien? Hoe moeten kaders worden behandeld?[22][23]

In de winter van 1967 eiste de Chinese regering, om chaos te voorkomen, dat alle studenten naar de universiteit terugkeerden om deel te nemen aan "revolutie in de klas". In maart 1968, na het "Yang, Yu, Bo incident", lanceerde de Groep Culturele Revolutie een campagne tegen "rechtse neigingen". De spanningen tussen de twee facties aan de Tsinghua Universiteit begonnen weer op te lopen, wat leidde tot onophoudelijke kleinschalige botsingen.[24]

Tussen 23 april en 27 juli 1968 barstten de tegenover elkaar staande Rode Garde-facties los in de "100-dagen-schermutselingen", de ernstigste botsingen tijdens de Culturele Revolutie in Peking.[24] De Rode Garde gebruikte knuppels, stenen, landmijnen, granaten, geïmproviseerde geweren, geïmproviseerde kanonnen, giftige pijlen, halfautomatische wapens, molotovcocktails en geïmproviseerde gepantserde voertuigen. Zij bezetten en plunderden het grote auditorium en andere belangrijke gebouwen. Bij de confrontaties vielen 18 doden en meer dan 1100 gewonden en raakten 30 mensen levenslang gehandicapt. De directe economische schade was aanzienlijk, aangezien sommige wijken op de campus in een oorlogszone waren veranderd. Aan het einde van de schermutselingen werd de "414-factie" door de "hoofdkwartier-factie" gedwongen zich over te geven.[18][25][26]

Op 27 juli plaatste het Chinese Centraal Comité, in een poging de schermutselingen in de scholen voor hoger onderwijs te stoppen, het Ministerie van Onderwijs onder militair toezicht. Op dezelfde dag trok een 30.000 man sterk "propagandateam van de Mao Zedong gedachte" onder leiding van de plaatsvervangend regimentscommandant van het 61889 Regiment, Zhang Rongwen, Tsinghua binnen. De Rode Garde van de "hoofdkwartierfactie" weigerde zich over te geven en verzette zich publiekelijk tegen het propagandateam,[27] waarbij speren, granaten en geweren werden gebruikt om de leden aan te vallen. 5 leden van het propagandateam werden gedood en 731 gewond bij een incident dat de stad Peking versteld deed staan. Het "incident van 27 juli" leidde er rechtstreeks toe dat Mao Zedong uiteindelijk het bevel gaf een einde te maken aan de openbare schermutselingen. De volgende dag om 3.00 uur 's nachts hielden Mao Zedong en Lin Biao een spoedvergadering met de "vijf belangrijke leiders" van de Rode Garde, waaronder Peng Dafu, om te eisen dat er een einde zou komen aan de gewapende gevechten en dat het propagandateam op de campus van Tsinghua Universiteit zou worden verwelkomd.[24][28][29]

Midden tot eind Culturele Revolutie edit

In augustus 1968 begon het propagandateam de studenten van de universiteit te "heropvoeden". Studenten werden massaal naar boerderijen en fabrieken op het platteland gestuurd.[29]

Vanaf eind 1968 lanceerde het propagandateam de "elke man moet in de rij gaan staan, elk niveau moet naar beneden" campagne, wat leidde tot talrijke zelfmoorden of zelfmoordpogingen, met ongeveer 16 "onregelmatige doden" tot gevolg.[Noot 3][30].

In 1969 bouwde de universiteit een modelboerderij in het district Nanchang en stuurde 2821 onderwijzers "naar beneden" om te werken. In dat jaar kregen 747 mensen bevestigde gevallen van schistosomiasis en werd er van 1111 mensen vermoed dat zij de ziekte hadden opgelopen. Het jaar daarop overschreed het aantal bevestigde schistosomiasispatiënten de duizend; de medische afdeling van de Tsinghua Universiteit moest tot 1997 schistosomiasispatiënten blijven behandelen en onderzoeken.[13][29] Eén persoon merkte op dat "op de modelboerderij werd arbeid gezien als straf voor academici; alleen degenen die het propagandateam volledig gehoorzaamden werden gezien als volledig heropgevoed. Het was pure slavernij."[31]

Vanaf 1970 begon de Tsinghua Universiteit aan een "onderwijsrevolutie" gebaseerd op het Mao Zedong-gedachtegoed, die duurde tot het einde van de Culturele Revolutie. Deze "onderwijsrevolutie" bestond uit de volgende facetten: Ten eerste moest de arbeidersklasse alle activiteiten aansturen; waarbij het propagandateam, het partijcomité en het revolutionaire comité de macht in handen moesten houden, desnoods tegen de "intellectuele klasse" in. Ten tweede moesten de toenmalige faculteiten grondig worden hervormd, maar tegelijkertijd wel hun tradtionele taken (onderwijs, onderzoek, dienstverlening) blijven uitvoeren. Ten derde moest de universtiteit industriële activiteiten ontplooien en moesten faculteiten en studenten zich volledig inzetten voor industriële productie (wat in werkelijkheid onderwijs en onderzoek verstoorde). Ten vierde moesten er arbeider-boer-soldaat studenten worden ingeschreven. Ten vijfde zouden het oude curriculum en onderwijsmateriaal worden vervangen door nieuw proletarisch onderwijsmateriaal, gebaseerd op onderwijsmateriaal uit de Sovjet-Unie. Tenslotte moest de instelling de weg van het volk volgen en de nieuwe onderwijsmethode van de Culturele Revolutie handhaven, wat in de praktijk neerkwam op voortdurende openbare aanklachten en 'struggle sessions'.[18]

Tussen 1970 en 1975 bracht de Tsinghua Universiteit grootschalige veranderingen aan in haar organisatie. In 1970 plande de universiteit de oprichting van drie fabrieken: een experimentele scheikundefabriek, een autofabriek en een fabriek voor precieze instrumenten en werktuigmachines. De universiteit had nu zeven majors: elektrotechniek, industriële automatisering, chemische techniek, infrastructuurtechniek, waterbouwkunde, technische natuurkunde en ingenieurswiskunde. Er was een militair reparatiebedrijf en ook enkele universitaire basisopleidingen. De universiteit had ook twee "satelliet-campussen": de Mianyang campus en de Jiangxi campus (de modelboerderij in Nanchang). In 1972 werd in Daxing een landelijke campus opgericht en in Sanmenxia een fabriek voor hydraulica. De universiteit begon vervolgopleidingen aan te bieden voor industriële arbeiders, professionele vervolgopleidingen, kortetermijnopleidingen, deeltijdopleidingen en lokale acties om onderwijs te kunnen aanbieden aan arbeider-boer-soldaat studenten buiten de grote campus.[13]

Op 27 juni 1970, na een vier jaar durende onderbreking van het normale toelatingsproces, begon de universiteit arbeiders-boeren-soldaat studenten toe te laten. Mao Zedong gaf de universiteit de opdracht de duur van het onderwijs in te korten tot drie jaar. De werving van studenten geschiedde door aanbeveling van het grote publiek, goedkeuring door kaders en een evaluatie door de universiteit. Na het afstuderen moesten de studenten terugkeren naar hun oorspronkelijke werkeenheden. Na 15 oktober 1970 werden soortgelijke regelingen veralgemeend ingevoerd bij andere instellingen voor hoger onderwijs. De laatste klas van het arbeider-boer-soldaat studieprogramma studeerde in 1981 af.[13]

In 1975 nam de macht van Deng Xiaoping in de regering van het land toe. In augustus en oktober schreven Liu Bing, Liu Yi'an en Hui Xianjun, vice-secretarissen van het partijcomité van Tsinghua, alsmede Lu Fangzheng, directeur van de afdeling politiek werk, brieven die via Deng Xiaoping aan Mao Zedong werden doorgegeven, waarin zij hun sterke afkeer uitten ten aanzien van de nieuwe feitelijke leiding van de Tsinghua Universiteit, d.w.z. ten aanzien van Chi Qun en Xie Jingyi van het propagandateam. Mao zag dit als een vorm van rebellie tegen de Culturele Revolutie en begon Liu Bing en andere kaders die de brief hadden geschreven, alsook Deng Xiaoping te bekritiseren. Tegen half november leidde dit tot een groot debat over de "educatieve revolutie".[18][32] In december ontwikkelde het zich tot de landelijke 'Tegenaanval op de Rechts-Deviationistische Omkering-van-Verdedelingen' beweging. In deze laatste massabeweging van de Culturele Revolutie, onder leiding van Chi Qun, werd de Tsinghua Universiteit praktisch gedwongen haar normale onderwijsactiviteiten te staken en om Deng te "veroordelen", en om kaders en gewone 'burgers' uit de hele wereld uit te nodigen om aan Tsinghua te "studeren" en Tsinghua te "bezoeken". Binnen een periode van tien maanden werden in het hele land honderdduizenden posters met grote letters opgehangen en werd Liu Bing 214 keer onderworpen aan kritiek en aanklachten.[18][33][34][35].

Op 31 maart 1976, na de dood van Zhou Enlai, eiste Chi Qun dat "Tsinghua geen enkele bloemenkrans naar Tiananmen zou sturen". Op 3 april stuurden enkele studenten witte bloemen naar het Monument voor de Helden van het Volk, waarmee ze deel uitmaakten van het Tiananmen Incident, in het Chinees bekend als de 5 april beweging. In de nacht van de 6e noemde Chi Qun de beweging een "georganiseerde, doelgerichte, geplande, opeenvolgende contrarevolutionaire aanval". Als zodanig omschreven werd de beweging onderworpen aan de arrestaties van "contrarevolutionairen" en de censuur van "contrarevolutionaire politieke geruchten".[36]

In oktober 1976 werd de Bende van Vier ten val gebracht en eindigde de Culturele Revolutie.[37] Op 16 oktober begon het comité van de Communistische Partij in Beijing met het herstel van de Tsinghua Universiteit. De revolutionaire comités en task-forces die op de Tsinghua-campus actief waren, werden het jaar daarop ontbonden.[38]

'80-er jaren edit

Na de woelige jaren '60 en '70 kende de Tsinghua Universiteit op alle gebied een bloeiperiode, met een gestage opmars van haar academishe en industriele activiteiten; bv. op het vlak van studenten, academisch personeel, wetenschappelijke publicaties, faciliteiten, dochterondernemingen, octrooien, brevetten, e.d.m. De campus werd weder/verder opgebouwd en de universiteit begon ook steeds meer wereldwijde contacten aan te knopen met andere gerenommeerde universiteiten.

Deze periode van relatieve rust werd opgeschrikt in de lente van 1989, toen er overal om China, maar met name in Beijing, studenten-opstanden ontstonden naar aanleiding van het overlijden van ### en naar aanleiding van het staatsbezoek van ### (tussen ### en ### 1989). Deze opstanden, waarbij dus ook veel studenten van Tsinghua en Beida betrokken waren, werden bloedig neergeslagen in de ochtend van ####. Ongetwijfeld vielen hierbij ook veel Tsinghua-slachtoffers, maar meer dan 25 jaar na deze gebeurtenissen zijn er nog steeds geen betrouwbare officiele noch officieuze cijfers beschikbaar over het aantal slachtoffers.

'90-er jaren edit

De Tsinghua Universiteit sloot zich aan bij een aantal belangrijke nationale investeringsprogramma's, zoals het Project 211 en het Project 985, die tot doel hadden het hoger onderwijs in China te verbeteren. Tsinghua maakt ook deel uit van de zogenaamde C-9 Top-Liga van Chinese universiteiten, en in 2020 werd Tsinghua Universiteit de eerste instelling die er binnen het Chinese universiteitsbestel in slaagde om de doelstellingen te halen van het Dubbel-Eerste-Klasse Universiteitsplan (世界一流大学和一流学科建设).

Opmerkingen

Er wordt gezegd dat het kantoor werd opgericht in juni en juli, of op de vierde dag van de zesde maand, maar volgens de "Submission to the Ministry of Foreign Affairs from the Office of the Study in the United States of America to Report the Annual Expenses for the First Year of Xuan Tong" moet het zijn "de eerste dag van de zesde maand (in de Chinese kalender)", dat wil zeggen 17 juli 1909. 周自齐在1909年初授外务部右参议,署("代理"之意)左参议,5月补任左参议,8月署右丞,不久改为署左丞。8月25日,兼任学部丞参上行走并出任游美学务处总办。此时,其职位有四:外务部署左丞、外务部左参议、学部丞参上行走、游美学务处总办,官品为候补三四品京堂。后于1922年代行中华民国北京政府总统。 Volgens schattingen bedroeg het aantal onregelmatige doden op Tsinghua tijdens de Culturele Revolutie 52.

  1. ^ "学校沿革". Tsinghua U. Retrieved 14 July 2014. {{cite web}}: Unknown parameter |taal= ignored (help)
  2. ^ a b "Facts and Figures: Tsinghua University". www.tsinghua.edu.cn. December 2019. Archived from the original on 8 August 2022. Retrieved 1 December 2020.